Subnavigatie

X

SEIZOENEN

Lente

Zondag 1 april

De watervlooien dansen

Lente in de sloot

 

Dotterbloemengeel

In de sloot een waterrat

Daar roept de koekoek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vroege lentezon

Rietschoven staan te drogen

Dag citroenvlinder!

 

Nu het donker wordt

Draagt de tulpenboom kaarsjes

Daar vliegt een vleermuis.

 

Het gras nat van dauw

de kippen zijn al van stok

ver roept de koekoek

 

Zomer

Kraaien op het pad

in de sloot kwaken kikkers

de smeerwortel bloeit

 

Teer als Brussels kant

Geknakte valeriaan

Zo breekbaar, zo sterk

 

De zee zó helder

Visjes zwemmen overal

Dan een rimpeling

 

Tussen zevenblad

schiet een kleine ringslang weg

Kijk zonder oordeel

 

Avond in het riet
Een reebok springt weg
Zwermen muggen om mijn hoofd

 

Een strak blauwe lucht

daar op het aardappelveld

spuit de regenboog

 

In de brandende zon

zo op het parkeerterrein

daar bloeit een klaproos

 

In de zomerzon

het torretje op mijn been

schenkt me zijn schaduw

 

Als de regen stopt

laat de druppel uit de goot

het blad nog trillen

 

Aan de waterkant

houdt de wilg met slechts één blad

zijn spiegelbeeld vast

 

Tikkende regen

witte ganzen op één poot

de jongen zijn weg

Herfst

Donkere wolken,

Het graan al van de akker,

De aarde huilt bruin

 

Striemende buien

Maken een dans met de zon

in mij klopt m'n hart

 

De sloot is weer schoon

Her en der zwanenmossels

Een reiger vliegt op

.

Stille herfstochtend

die kleine paddestoel

heeft water in zijn hoed.

 

Herfstnacht in de mist

gesnater maakt me wakker

de ganzen trekken

 

In de motregen

zit de kat bij een molshoop

en wacht op zijn prooi

 

Vissende reiger

een fietser in de ochtend

de geur van warm brood

Winter

Vroege ochtendzon

Laat voren in de akker

Dansen in het licht

 

Een koude avond
Regen op mijn autoruit
Wit, de halve maan

 

De zee schittert zon,

Een veerboot snijdt het water,

Een V van ganzen

 

God, wat bijzonder

Sneeuw kraakt onder mijn voeten

mijn zonnebril op

 

Donkerblauwe lucht

Sneeuwvlokken in mijn gezicht

ik haal mijn neus op.

 

Vroege ochtendzon

laat voren in de akker

dansen in het licht