Subnavigatie

X

NATUUR

De zon schijnt krachtig

Uit het westen komt de wind

Dor hoefblad knispert

 

Zware hagelbui
de duiven schuilen
de conifeer is tempel

 

Zo warm nog, zo zacht
Daar liep hij zoëven nog:
De dode spitsmuis

 

Kippen bij de sloot

pikken voortdurend door

ik sjouw houtblokken

 

 

Dode zwaan in de herfstsloot
Kop in de veren
Waar bleef je leven?

 

De zwaan zwemt alleen
golfjes lijken te vragen
mis je hem nog steeds!

Naast vingerhoedskruid

En zoete valeriaan

Begraaf ik de poes

 

De kip kakelt

En rent het hok uit

Warm vochtig ei in mijn hand

 

Zo’n sterrenhemel,

Onmetelijk ver en veel.

Ginds mauwt een kater.

 

Bewolkte hemel

dan, een enkel ogenblik

schijnt de volle maan